MEEUWENLAAN 61

 
 ‘Meeuwenlaan 61’

Anton Tsjechov schreef zijn beroemde toneelstuk ‘De Meeuw’ in 1896.  ‘Meeuwenlaan 61’ van Ewout Eggink is een eigentijdse bewerking van Tsjechovs meesterwerk, waarin de kern bewaard is gebleven; de mens in al zijn/haar facetten. Opmerkelijk aan de grotere stukken van Tsjechov is dat zij voor het grootste deel rusten op volledig ontwikkelde karakters in plaats van een melodramatisch verhaal. Ook dit zien we terug in ‘Meeuwenlaan 61.’

We maken in ‘Meeuwenlaan 61’ kennis met Irina, gevierd actrice die wanhopig probeert haar jeugd vast te houden; Sacha, haar miskende zoon met schrijveraspiraties; Olga, Irina’s zus die wegteert door haar ziekte, maar nog meer door het besef dat ze nooit het leven ten volste heeft geleefd; Sonja, succesvol schrijfster, die liever vist; Nina, actrice in de dop, die Sacha gebruikt om hogerop te komen; Maria, verliefd op Michael, terwijl deze een heimelijke liefde koestert voor Sacha; en Andre, de dichtende dokter. De levens van deze karaktes zijn met elkaar verweven, en in het landhuis van Olga komen ze samen, én met elkaar in botsing. Maar waar ‘Meeuwenlaan 61’ echt om draait, is de onontkoombaarheid. Zoals Irina het in het stuk al treffend samenvat: ‘Wat komen moet, daar ontkom je toch niet aan.’

De karakters van Meeuwenlaan 61 proberen in de stroom des levens hun hoofd boven water te houden. Tevergeefs, wat het lot staat al vast. In plaats zich te schikken in hun lot, blijven ze vechten en zijn zo de oorzaak van hun eigen ongeluk.

De karakters in ‘Meeuwenlaan 61’ zijn eilanden op zich. Ze proberen te communiceren, elkaar lief te hebben, elkaar te begrijpen, maar geen van hen is in staat het eigen isolement te doorbreken. Tot groot ongeluk van zichzelf, en elkaar. 

 

Regie  Samantha Janssen

Auteur  Ewout Eggink